Zittend op de rand van mijn ziekenhuisbed vroeg ik aan mijn vriendin of ze een foto van me wilde maken. De volgende dag was het eindelijk de dag dat ik mijn nieuwe port a cath ging krijgen, na bijna 6 maanden van afzien en honger lijden. Al maanden kreeg ik geen voeding binnen en daarom was ik toe aan deze volgende stap, maar bovenal was ik op. Ik durfde het op dat moment nog niet toe te geven, bang dat ik fysiek en emotioneel in zou storten, maar de rek was er toen wel redelijk uit. Mijn lijf kon niet veel langer meer, maar dan moet er eerst worden geopereerd. En ja daar zag ik tegen op, want hoe zou mijn uitgeputte lijf gaan reageren op bijvoorbeeld de narcose? Ik probeerde er niet aan te denken, maakte flauwe grapjes om de opkomende spanning te verbloemen en zocht in alles naar afleiding. Daarom hield een vriendin me tot ver na middernacht gezelschap. We keken samen film, maar praatte ook over wat het met ons deed en hoeveel angstige momenten we hebben doorstaan. Uiteindelijk moest ze echt naar huis en probeerde ik nog wat te gaan slapen.
Terug naar die foto, die wilde ik graag. Ondanks dat ik zelf niet echt goed zag hoe slecht mijn lijf er aan toe was, besefte ik me dat ik mijn grootste dieptepunt ooit wel had bereikt. Ik was op dat moment nog elke dag in beweging, achteraf gezien puur op wilskracht. Ik voelde mijn spieren in kracht afnemen, voelde dat kleding veel te ruim werd, merkte dat mijn geheugen me steeds vaker in de steek liet en ik wilde simpelweg dat het weer normaal zou worden.
Gek genoeg voelde ik de drang om dit lijf op dit moment het vast te leggen, voor later … Niet om mee te pronken of rond te sturen aan vrienden, maar voor mezelf.
Nu een jaar later ben ik blij dat ik het gedaan heb. Het is namelijk waar dat je zelf niet ziet waar je midden in zit, dat je dat pas ziet als je afstand kunt nemen. Die afstand kan ik nu pas nemen, terugkijkend op een jaar geleden. Al scrollend door foto's en herinneringen kan ik nu pas zien wat die periode met mijn lijf (en mij) gedaan heeft. Nu pas besef ik dat ik topsport heb bedreven zonder er voor getraind te hebben en dat ik, gelukkig, de finish op wilskracht kon halen.
7 maanden lang was het een opeenstapeling van tegenslagen. Ik ging van een sepsis, naar een trombose, naar weer een sepsis, langdurig antibiotica en weer een trombose. Er kwam geen eind aan. En door dit alles zat ik een half jaar zonder centrale lijn en dus zonder voeding. Als ik er nu over na denk, lijkt het onmogelijk om zo lang geen voeding te krijgen. Als je me vraagt hoe ik dat gedaan heb, moet je eigenlijk het antwoord nog steeds schuldig blijven. Het was een geen kwestie van een plan hebben, het was een kwestie van vooral door blijven gaan.
Door alles wat er gebeurde zag ik niet hoe ziek ik was en hoe slecht mijn lijf er aan toe was. Ik was puur aan het overleven. In mijn gedachte lukte het allemaal nog wel, niet als vanzelf, maar het lukte. En misschien gelukkig maar, want als ik er aan toe had gegeven was ik misschien niet eens zover gekomen en had ik misschien wel opgegeven.
Nu ik een jaar later naar die foto kijk, zie ik wat mijn omgeving toen al zag. Als je van buitenaf naar de situatie kijkt, lijkt het haast onmogelijk (en onmenselijk). Ik schrik als ik zie hoever ik mijn lijf heb uitgewoond, sta versteld dat het me op dat moment nog lukte om een glimlach op mijn gezicht te hebben en verwonder me erover hoe ik toen de mensen om mij heen hoop bleef geven dat het wel goed kwam.
Doordat ik dit nu kan zien besef ik me ook van hoe ver mijn lijf moet komen, hoeveel tijd het nodig heeft om van deze periode te herstellen. Nu snap ik waarom oa mijn MDL-arts, Dktr Schoenenmans, toen al zei dat ik er veel tijd voor uit moest trekken.
Inmiddels wordt ik tegelijkertijd ook wel een beetje ongeduldig. Ik heb er namelijk al veel tijd voor uitgetrokken, vind ik zelf. Ik ben nu een jaar na dit dal, maar lichamelijk nog maar een kleine stap richting herstel. Door alle opnames die hierna volgde zette ik steeds 1 stap vooruit en vervolgens weer 2 achteruit. De weg naar herstel is hobbelig, lang en met obstakels. Het gaat me daarom natuurlijk niet snel genoeg, zo ongeduldig als ik ben.
En ondanks dat ik nu kan zien hoe heftig het vorig jaar voor mijn lijf is geweest, kan ik het nog steeds maar moeilijk opbrengen om mezelf daar naar aan te passen. Ik had gehoopt nu verder te zijn, had gehoopt dat mijn lijf weer sterker was en mijn energie verbeterd. Ik had gedacht dat ik het nu wel achter me kon laten. Ik vind het daarom erg moeilijk te aanvaarden dat ik al deze stappen nog niet heb kunnen zetten. Het is soms echt een worsteling met mezelf. De wil om te herstellen is zo groot, maar daardoor de teleurstelling nog groter. Ik ga dan twijfelen of het überhaupt nog wel gaat lukken om te herstellen en verlies even mijn altijd aanwezig moed om door te gaan en te blijven vechten voor verbetering. En ook die momenten mogen er zijn, want ook nu pas komt het verwerken.
Dit jaar maakte ik, totaal onbedoeld, op het zelfde moment weer een foto. En ineens werd het zichtbaar wat ik wél bereikt heb.
Want als ik goed kijk zie ik dat ik er hoe dan ook, beter bij zit dan vorig jaar in deze tijd. Ik moet misschien goed kijken om het te zien, maar de verbetering is er! Ik heb namelijk een goed werkende port a cath, Mr Pim, die ervoor zorgt dat mijn TPV volgens schema kan lopen. Ik heb dan misschien nog wat kilootjes in te halen, toch heb ik alweer een redelijk gezond gewicht en een gezond gezicht. En qua energie ren ik dan misschien geen marathon, maar ben ik blij dat ik weer sociale activiteiten met vrienden en familie mag ondernemen, dat ik überhaupt zin heb om ze te plannen. En Robbie, mijn rolstoel, heb ik inmiddels ook in mijn hart gesloten. Door hem krijg ik meer vrijheid en ben ik in staat om zelfstandig mijn leven weer op te pakken.
Dus al met al zijn het weer de kleine dingen die het hem doen. Nu een jaar later tel ik mijn zegeningen, ben dankbaar dat ik die periode heb doorstaan en nu langzaam aan mijn gewone leven toch weer op kan bouwen. Ik zal wat vaker op de rem moeten trappen, geduld moeten hebben, kleinere doelen moeten stellen en mezelf wat langer de tijd geven, maar ik blijf er van overtuigd dat het me gaat lukken.
Eigenlijk ben ik net onkruid, het vergaat niet en blijft maar terug komen.
Reactie plaatsen
Reacties